Direct naar artikelinhoud
InterviewAdoptie

Laura stond haar baby af: ‘Wij wilden zo veel mogelijk veiligheid en stabiliteit voor haar’

Laura (midden) stond drie jaar geleden haar dochter af ter adoptie. Links Mariëlle Kappert, rechts Nicolette Sprenger, hulpverleners van het Fiom.Beeld Maikel Samuels

Gemiddeld staan in Nederland zo’n 20 vrouwen per jaar hun kind af ter adoptie. Een van hen vertelt waarom zij daar voor koos.

Haar dochter moest hoe dan ook ‘veilig, stabiel en steady’ opgroeien. “Dat is het allerbelangrijkste voor de ontwikkeling van een kind”, zegt Laura (24) stellig. Dus stond ze drie jaar geleden haar meisje af ter adoptie. “Ik wist meteen: wij gaan haar niet kunnen opvoeden.”

Laura, een lange slanke twintiger met bruine krullen, woonde vier jaar geleden met haar vriend anti-kraak toen ze zwanger bleek. “We hadden al te horen gekregen dat we uit dat huis moesten”, vertelt ze. “Ons leven was onrustig, we worstelden allebei met onze eigen trauma’s.”

‘Ik bleek 27 weken zwanger’

Vanwege die onrust, en omdat Laura’s cyclus altijd al onregelmatig was, duurde het lang voor ze zich realiseerde dat ze misschien zwanger zou kunnen zijn. “Toen ik eindelijk de moed opvatte om naar de huisarts te gaan en een zwangerschapstest deed, bleek ik 27 weken zwanger.”

Laura is een slanke vrouw, maar een babybuikje heeft ze al die tijd niet gehad. Niemand in haar omgeving had iets aan haar gezien, en toen ze eenmaal wist dat ze zwanger was, vertelden zij en haar vriend het niet aan familie. “Ik deed gewoon een beetje een wijde trui aan”, zegt ze. “Pas de laatste drie weken had ik zo’n zwangerschapsbroek.”

Daarin is Laura geen uitzondering, zeggen hulpverleners Nicolette Sprenger en Mariëlle Kappert van Fiom, de organisatie die vrouwen begeleidt die onbedoeld zwanger zijn. “Hier hangt zoveel stigma omheen”, zegt Kappert. “Terwijl het veel vrouwen overkomt. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom een vrouw er laat achter komt dat ze zwanger is.”

‘Ik bleek 27 weken zwanger’
Beeld Maikel Samuels

Overtuigd van een beter leven in een ander gezin

Uit cijfers die Fiom in het najaar publiceert blijkt dat sinds 2015 (het jaar waarin de organisatie begon met het bijhouden van cijfers) per jaar gemiddeld twintig vrouwen in Nederland hun kind afstaan ter adoptie. Nog eens gemiddeld veertig vrouwen overwegen dat, maar kiezen er uiteindelijk niet voor. Het merendeel voedt het kind uiteindelijk toch zelf op, een ander deel kiest voor plaatsing in een pleeggezin.

De groep die kiest voor ‘afstand ter adoptie’ (zoals het officieel heet) is divers, blijkt uit de cijfers. Iets meer dan de helft was alleenstaand, een derde was getrouwd of samenwonend. Vier van de tien vrouwen had al een kind, de helft is open over de zwangerschap en keuze voor afstand ter adoptie, de andere helft vertelt het aan niemand of alleen aan naasten.

Gemene deler is dat bijna alle vrouwen (97 procent) kiezen voor adoptie omdat zij ervan overtuigd zijn dat hun kind een beter leven zal krijgen in een ander gezin.

Huilen en praten

Laura en haar vriend kozen heel bewust niet voor plaatsing in een pleeggezin. “Mijn vriend en ik wilden zo veel mogelijk stabiliteit en veiligheid voor haar.” Zij vonden het een risico dat een gezin altijd kan stoppen met pleegzorg, wat betekent dat een kind moet verhuizen.

Laura praat rustig en weloverwogen over haar beslissing. Ze is er zeker van dat het de juiste was voor haar dochter. “Maar ik was in eerste instantie echt niet zo rustig, hoor. Mijn vriend en ik hebben regelmatig tot drie uur ’s nachts zitten huilen en praten. Ik heb door heel veel emoties gewerkt.”

Sprenger, die Laura en haar vriend begeleidde tijdens de zwangerschap en daarna, spreekt vol bewondering over de manier waarop het stel omging met de keuzes die ze moesten maken. “Zij konden al heel snel rustig en weloverwogen samen praten over wat ze belangrijk vonden voor hun kind”, zegt ze. “Dat is wel uitzonderlijk hoor.”

Werden vrouwen in het verleden over het algemeen niet of weinig betrokken bij het adoptieproces, inmiddels kan een moeder veel keuzes maken voor de toekomst van haar baby. “In eerste instantie dacht ik: laat haar adoptie-ouders maar alles bedenken”, zegt Laura. “Ik wilde er niet te veel mee te maken hebben.”

‘Daar is de buikmama van je zusje’

Maar in de loop van de weken, en na veel gesprekken met Sprenger, ging Laura er naar eigen zeggen ‘liefdevoller’ over denken. Zo kozen zij en haar vriend uiteindelijk de naam van het meisje, en gaven zij een aantal wensen mee voor het gezin dat hun dochter zou adopteren.

“We wilden bijvoorbeeld graag een gezin dat open stond voor een broertje of zusje, omdat mijn vriend dat als enig kind erg gemist heeft. Het is zo uitgekomen dat zij nu een ouder zusje heeft.” Ook gaf Laura aan dat zij graag een vorm van contact zou willen hebben. Dus krijgt zij nu via Fiom elk jaar foto’s en een brief over het meisje en stuurt zij een brief terug.

“Ik heb het gezin ook ontmoet”, vertelt ze. “Dat vond ik spannend, maar het ging veel soepeler dan ik had verwacht. Ik kreeg daar zo’n warm gevoel van. Haar oudere zusje was ook mee en toen zei de moeder: ‘Kijk, daar is de buikmama van je zusje”. Dat gaf mij zoveel rust. Ik denk aan dat gezin als aan familie.”

Ook al heeft Laura haar dochter afgestaan ter adoptie, het meisje vormt haar leven en de keuzes die ze maakt. “Stel dat zij over tien jaar contact zoekt en mij wil leren kennen? Dan wil ik kunnen zeggen: Ik heb jou toen niet kunnen geven wat je nodig had. Maar nu heb ik alles op orde gebracht en ben ik verder gekomen in het leven’.”

De volledige naam van Laura is bekend bij de hoofdredactie.

Lees ook:

Moos werd onbedoeld zwanger, en wil af van het stigma over abortus

Een op de vijf vrouwen raakt ooit in haar leven onbedoeld zwanger. ‘Dit overkomt niet alleen onhandige tieners.’