Direct naar artikelinhoud
Tuchtrecht

Optreden tegen falende jeugdbescherming wordt nog moeilijker voor ouders

Optreden tegen falende jeugdbescherming wordt nog moeilijker voor ouders
Beeld Maartje Geels

Wie niet tevreden was over jeugdbeschermers, kon altijd een tuchtrechtprocedure starten. Veel zaken worden vanaf november afgehandeld door een mediator. Zorgwekkend, vinden advocaten.

Het wordt voor ouders een stuk moeilijker om via een tuchtprocedure op te treden tegen jeugdbeschermers die de fout in gaan. De Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ), die toeziet op de jeugdsector, gaat het tuchtrechtproces per 1 november veranderen.

Alle klachten komen binnen bij het college van toezicht. Naast de gebruikelijke procedure binnen het tuchtrecht komt er een ‘commissie van consultatie’, die het gesprek aangaat met partijen over de klacht.

De SKJ denkt dat veel klagers beter geholpen kunnen worden als ze bijvoorbeeld een consultatietraject in gaan. Bij veel klachten komt het nu niet tot een veroordeling in het tuchtrecht omdat de jeugdbeschermer wel via de beroepscode heeft gehandeld, zegt directeur Jacky Stuifmeel van de SKJ. “Slechts bij ongeveer één procent van de procedures volgt er een berisping. Ouders voelen zich niet gehoord en de jeugdbeschermer gaat in de verdediging en leert zo niet wat er beter kan.”

Als de commissie van consultatie vermoedt dat de jeugdbeschermer de beroepscode ernstig heeft geschonden of niet voldoende reflecteert op zijn handelen, kan de klacht alsnog binnen het tuchtrecht behandeld worden.

Strenger toetskader

Familierechtadvocaat Chris Sent vreest dat ouders door deze ontwikkeling alleen maar minder handvatten hebben om tegen falende jeugdbeschermers op te treden. Sent pleit juist voor een strenger toetskader. “Het tuchtrecht is bedoeld om de kwaliteit te handhaven. Dat toetsen we toch ook bij artsen en advocaten? Dit is een vrijbrief voor het handelen van de jeugdbescherming.”

De SKJ zegt dat dit niet het geval is, omdat het de bedoeling blijft dat de ernstige gevallen alsnog op het bordje van de tuchtrechter terecht komen.

Uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd blijkt dat bij alle gedwongen uithuisplaatsingen van vorig jaar, 3301 in totaal, de feiten in de onderzoeken niet klopten. Advocaat Richard Korver, die zowel jeugdzorgzaken als tuchtzaken behandelt, stelt dat de wetgever zou moeten ingrijpen. “Burgers en zeker kinderen moeten kunnen rekenen op rechtsbescherming, daar zijn nu al veel klachten over. Dit doet afbreuk aan de toch al povere rechtsbescherming.”

Familierechtadvocaat Ingrid Vledder deelt de zorgen van haar collega’s. Volgens Vledder zijn er vaak al bemiddelende gesprekken geweest voordat ouders naar het tuchtrecht uitwijken. “Dan zou je het hele proces dus opnieuw doen.”

De richting van consultatie en overleg is volgens Vledder niet de juiste. “Soms heb je behoefte aan een uitspraak. Je wilt weten of iets wel of niet door de beugel kan. Een uitspraak heeft ook een preventieve uitwerking op andere beroepsgenoten.”

Als voorbeeld noemt Vledder een zaak waarbij het verdraaien van feiten door een jeugdbeschermer grote gevolgen had omdat er een kind uit huis werd geplaatst. Via het tuchtrecht kwam het tot een berisping. “Je ziet hier dat feitelijke onjuistheden grote gevolgen kunnen hebben.”

De SKJ voert de nieuwe regeling al op 1 november in. Tot 1 januari is er een overgangsperiode. Klagers kunnen dan nog kiezen of ze de gang naar de tuchtrechter maken of dat ze hun klacht op de nieuwe manier laten behandelen.

De stichting hoopt juist dat de drempels voor een klacht lager worden, omdat de voorheen ingewikkelde juridische formulieren nu ook in ‘Jip-en-Janneketaal’ op de website staan.

Lees ook:SER maant kabinet: Pak problemen jeugdzorg nú aan

Het kabinet moet snel meer werk maken van het oplossen van de problemen in de jeugdzorg, zo schrijft de SER