Dat concludeert RIVM-onderzoeker Reina Vellinga in haar promotieonderzoek aan Wageningen University & Research, dat zij vandaag verdedigt. Vellinga onderzocht of een voedingspatroon gezond, duurzaam en tegelijkertijd óók betaalbaar kan zijn. "Ik ging op zoek naar een win-win-win."
Op dit moment eet de gemiddelde Nederlander nog altijd niet gezond. We eten te veel voedingsmiddelen met een hoog vet-, suiker- en zoutgehalte en te veel rood en bewerkt vlees. In ons voedingspatroon ontbreken regelmatig goede voedingsstoffen uit groente, fruit, volkorengranen, noten en peulvruchten.
"Rood en bewerkt vlees eten draagt het meest bij aan de uitstoot van broeikasgassen", vertelt Vellinga. De onderzoeker analyseerde aan de hand van de 'levenscyclusmethode' de impact van onze voedselconsumptie op het milieu - van productie tot aan de afvalverwerking. Vooral vleesproducten sprongen eruit. "Ongeveer 3 procent van wat wij eten is vlees, maar het zorgt voor een derde van de uitstoot via ons voedselpatroon."
Je hoeft niet meteen vegetariër te worden
Moet iedereen dan vegetariër worden? Volgens Vellinga is dat niet nodig en bovendien niet realistisch. "Eten we een beetje minder vlees, dan zet dat al zoden aan de dijk."
Vellinga zag dat een kleine aanpassing, zoals 25 gram vlees minder per dag ("te vergelijken met één boterham met vleeswaren"), een extra stuk fruit en een extra opscheplepel groente, al een groot effect had. "Als iedereen zijn voedingspatroon op deze manier zou aanpassen, kan de uitstoot met 25 procent dalen. En het is ook nog eens een stuk gezonder."
Op basis van haar onderzoek stelt Vellinga dat het een misvatting is dat gezond eten altijd duurder is. "Verse producten als vlees, groente en fruit zijn het duurst. Wanneer je vleesproducten vervangt door plantaardige producten, blijven de kosten gelijk." In het onderzoek keek zij naar alle sociaal-economische groepen en vond ze geen verschillen.
Overheid moet consument helpen
Hoewel een kleine verandering in onze voeding volgens Vellinga best wel haalbaar kan zijn, concludeert ze dat het aanpassen van gewoonten lastig is voor mensen. "Consumenten kunnen niet alleen verantwoordelijk worden gehouden voor hun keuzes." Mensen krijgen bijvoorbeeld ook te maken met een groot aanbod van niet-duurzaam en ongezond voedsel.
Dat moet anders, denkt Vellinga. Een supermarkt kan hierop inspelen door meer gezonde en duurzame producten te promoten. Maar vooral voor de overheid ligt een belangrijke taak weggelegd bij het anders inrichten van het voedselsysteem. De overheid kan bijvoorbeeld gezonde producten in prijs te verlagen en tegelijkertijd een hogere belasting op ongezond en niet-duurzaam voedsel (zoals vlees) invoeren. Al erkent ook Vellinga dat een prijsverhoging een impopulaire maatregel is.
Eerder onderzoek van het RIVM bevestigt dat consumenten door beprijzing wel minder vlees zullen kopen. De aankoop van vlees daalt met 36 procent als de prijzen hoger liggen en er informatie over de milieuschade bij producten wordt vermeld.
NUjij: Uitgelichte reacties